In memoriam: Carla Josephus Jitta.
Vorige week bereikte ons het droevige bericht dat een van onze leden van het eerste uur, Carla Josephus Jitta, op 2 september is overleden op de leeftijd van 92 jaar. Zij was een hele trouwe bezoeker van veel activiteiten binnen ons Stadsdorp. Haar jonge jaren stonden in het teken van de vervolging door de nazi’s. Na de oorlog heeft zij op vele manieren haar oorlogservaringen gedeeld, vooral om de overtuiging uit te dragen – ook aan jongeren – dat we onze vrijheid moeten koesteren.
Haar goede vriendin Ite Rümke heeft op haar afscheidsbijeenkomst gesproken. Bijgaand haar verhaal.
Uitgesproken tijdens de uitvaart van Carla Josephus Jitta, in de Remonstrantse Kerk Vrijburg, op zaterdag 7 september 2024 door Ite Rümke.
Beste aanwezigen,
Maandagmiddag 19 augustus sprak ik Carla voor het laatst. Die ochtend had ze me gebeld en gevraagd of ik ’s middags bij haar wilde komen. Tot mijn verbazing, want ik wist dat ze eigenlijk niemand meer wilde zien, en twee weken daarvoor hadden we – dacht ik – al afscheid genomen… Toen ik binnenkwam viel ze meteen met de deur in huis: zou ik op haar uitvaart willen spreken. Natuurlijk zei ik ja, en daarom sta ik nu hier.
Ik ontmoette Carla voor het eerst op 25 mei 1963 tijdens een huwelijksfeest van goede vrienden, iets meer dus dan 61 jaar geleden. We zaten een tijdje naast elkaar en praatten en lachten er op los. Zo begon onze band.
Want als je elkaar eenmaal kent, gaan veel dingen vanzelf. Een paar weken na het feest kwam ik Carla tegen in de Leidsestraat en nodigde zij mij uit voor een kopje thee bij haar thuis. En daar bleef het niet bij. We raakten bevriend en bleven dat. Zij zocht mij op, ik haar. En bij stukjes en beetjes hoorde ik haar levensverhaal…
Hoorde ik over haar lot in de oorlog, over haar ouders, haar broer en haar grootmoeder. Allen verraden door dezelfde foute Nederlander die achter hun adressen in Naarden was gekomen. Haar ouders zijn vermoord. Maar ds. Heering, remonstrants predikant in Bussum, heeft Carla, haar broer en haar grootmoeder kunnen redden door aan de nazi’s in Westerbork te melden dat de Jitta’s remonstrants waren en niet Joods. Zo zijn ze beland in Theresienstadt en niet in Auschwitz, of een ander vernietigingskamp. En meteen toen de oorlog voorbij was, zijn ze naar Zwitserland gereisd, waar ze althans een beetje konden bijkomen van alle verschrikkingen die ze hadden meegemaakt.
Carla vertelde me ook over haar beslissing om een psychiater te raadplegen. Door dat te doen heeft ze geleerd het gruwelijke te dragen dat haar in de oorlog was overkomen. En wat ook hielp was het feit dat ze vrienden en vriendinnen kreeg die haar hun levenlang trouw bleven. Met wie ze kerstmis kon vieren, Oud en Nieuw, en haar verjaardagen. Dat ze een bijzondere band kreeg met haar nichten en neven. Familie. En ook een goede band kreeg met de kinderen van haar vrienden.
Er is nog meer te melden, over haar pleegmoeder… over haar broer die tot haar grote verdriet overleed door een auto-ongeluk. Over de man, met wie ze een innige relatie had, maar die helaas ook te vroeg overleed. Over de mooie foto’s die ze maakte, de stukken die ze schreef. Het boek over haar leven…
Nu is Carla er niet meer. We zullen haar missen en veel aan haar denken. Ze heeft ons leven verrijkt. Ze was een voorbeeld van wat ‘resilience’, veerkracht, vermag. De eigenschap om ongeluk en tegenslag te verdragen, er mee om te kunnen gaan en er niet aan onderdoor te gaan.
Lieve Carla, rust zacht.