De MuseumKring in mei
Flora in Focus – Japanse prenten aan de Keizersgracht
Nihon No Hanga, het Japanse prentenkabinet aan de Keizersgracht, is slechts twee maanden per jaar te bezoeken.
In mei is het weer zover: op vrijdag, zaterdag en zondag is de privé-collectie van Elise Wessels ’s middags te bezoeken.
Deze voorjaarstentoonstelling staat in het teken van de plantenwereld in de moderne Japanse prentkenunst.
Dit is geen gewoon museum, je kunt er niet reserveren.
Er zijn twee manieren om het te bezoeken
– Op vrijdag-, zaterdag- of zondagmiddag in mei is het museum open van 12.00-17.00 uur. Toegang gratis in volgorde van aankomst (geen reserveringen).
– Elke vrijdag is er georganiseerde rondleiding om 14.00 uur. Hiervoor moet je wel reserveren (€ 17,50 inclusief catalogus).
Omdat het wat lastig organiseren is, doen we het deze keer anders met de MuseumKring.
Iedereen kan natuurlijk gaan op een tijd die hem of haar het beste uitkomt, ongeacht of er een wachtrij voor het grachtenpand staat.
Daarnaast is het misschien leuk voor wie een rondleiding wil, om samen te gaan. Ik stel voor vrijdag 26 mei 14.00 uur.
Locatie Nihon No Hanga,
Keizersgracht 584-586, Amsterdam. Voor meer informatie over de prentenverzameling en toegang: ga naar: Nihon No Hanga
Ik heb zelf alvast geboekt, ben benieuwd wie ik hier vrijdag 26 mei om 14 uur tegenkom (dus zelf boeken voor deze datum en rondleiding dat kan via deze menu-optie ).
En wie op een andere tijd gaat: geniet ervan!
Froukje Wattel
Meer lezen: artikel over Elise Wessels en haar grote Japanse prentenverzameling is hier te vinden op https://www.nihon-no-hanga.nl/wp-content/uploads/2020/05/HG2014_5_092EliseWesselsNV.pdf
______________________________________________________________
Verslag bezoek aan het HUIS VAN GISèLE MuseumKring 21 maart 2023
Ze heette Gisèle van Waterschoot van der Gracht en woonde 73 jaar lang aan de Herengracht. Daar schilderde ze, verborg ze onderduikers tijdens de oorlog, trouwde ze met de burgemeester en overleed ze op 100-jarige leeftijd. Haar geest danst er nog even speels rond als altijd, tussen de foto’s, schilderijen en alle aandenkens die ze verzamelde. Een wel heel bijzonder huismuseum, vrijwel onaangeroerd overgeleverd uit de veertiger jaren.
Frans Damman geeft een uitgebreide inleiding over Gisèle en het huismuseum. We vallen met onze neus in de boter: Betsy Torenbos heeft onlangs een documentaire over Gisèle gemaakt en wij krijgen als een van de eersten de film te zien. Die toont perfect hoe Gisèle’s kwikzilverachtige geest nog altijd door het huis danst op speciaal gecomponeerde muziek van Louis Andriessen. https://youtu.be/pfPuUiBrDT8
Daarna mogen we mee de trap op om het huis en het atelier te bezoeken. Tot onze verrassing komen we in een volledig ingericht huis terecht, vol boeken, schilderijen, beelden en heel veel verzamelde herinneringen.
Daarna mogen we mee de trap op om het huis en het atelier te bezoeken. Tot onze verrassing komen we in een volledig ingericht huis terecht, vol boeken, schilderijen, beelden en heel veel verzamelde herinneringen. Gisèle van Waterschoot van der Gracht (1912-2013) groeide grotendeels op in het buitenland.
Ze studeerde aan de Parijse Ecole des Beaux Arts en werd in Limburg opgeleid tot glazenier door Joep Nicolas.
In 1940 betrok ze een eigen appartement aan de Herengracht, waar ze de rest van haar leven zou blijven wonen en werken.
Via haar goede vriend dichter Adriaan Roland Holst leerde Gisèle aan het begin van de oorlog de Duitse dichter Wolgang Frommel kennen. Ze was toen net aan de Herengracht gaan wonen. Samen met hem hielp ze een aantal onderduikers de oorlog te overleven. In haar appartement maakten ze het onderduikleven draaglijk door veel met kunst en literatuur bezig te zijn. In de hoek bij een van de vele ramen staat een uitgeholde pianola. Als er een inval kwam – wat wel eens gebeurde – kon hierin een onderduiker worden verstopt. Op de enorme zolderverdieping had Gisèle haar atelier.
Daar konden de onderduikers – weggesluisd door de liftschacht – ook verblijven en zich verstoppen. Overdag moesten ze wegblijven van de vele ramen op de woonverdieping, want je wist nooit wie er binnen kon kijken. Voor het opvangen van joodse onderduikers kreeg ze in 1998 de Israëlische Yad Vashem-onderscheiding.
In 1959 trouwde Gisèle met Arnold d’Ailly, de ‘gentlemanburgemeester’ van Amsterdam, hij trok bij haar in aan de Herengracht. Arnold d’Ailly was burgemeester van Amsterdam van 1946 tot 1956. Toen hij scheidde vanwege zijn relatie met Gisèle, moest hij aftreden als burgemeester.
Naast hun stadsappartement hadden ze een oud klooster op een Grieks eiland Paros gekraakt waar ze veel verbleven. Gisèle schilderde daar en verzamelde honderden schelpen en andere artefacten die haar inspireerden. Arnold liet haar beloven ‘elke dag te blijven schilderen’. Heel lang duurde het geluk van Gisèle en haar grote liefde helaas niet, Arnold werd ziek en overleed in 1967. Veel van zijn spullen heeft ze altijd onaangeroerd bewaard.
Later, toen Gisèle een flinke erfenis kreeg via moederskant (een Oostenrijkse barones), kocht ze er ruimte bij om een groot, licht atelier te laten maken. Daar bleef ze werken tot een paar jaar voor haar dood en ook andere kunstenaars inspireren en helpen. In 2011 werd ze door de Amsterdamse burgemeester van der Laan onderscheiden voor haar kunstmecenaat met een lintje: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Intussen vergeten we bijna dat Gisèle ooit door Joep Nicolas was opgeleid tot glazenier. Ook nu nog komen we haar werk als glazenier tegen in diverse kerken in Nederland. Bijvoorbeeld dit glas-in-loodraam in de Engelse kerk (Begijnhof), een van de oudste panden van Amsterdam. Het tafereel is tijdloos kerkelijk, maar de gezichten van de mensen zijn duidelijk uit de twintigste eeuw. Rechtsonder heeft ze zichzelf afgebeeld, voor de eeuwigheid.
Alle aanwezigen waren verrast over deze bijzondere locatie. Een prachtig en intiem museumbezoek. Veel lof voor Froukje Wattel die dit voor ons organiseerde, Frans Damman als gids en Betsy Torenbos die de prachtige documentaire over Gisèle van Waterschoot van der Gracht maakte. Fijn dat we dat allemaal mochten zien en beleven.