Gelukkig oud worden
Toen Jane Brody, columniste van de New York Times, de 75 naderde schreef ze verschillende columns over oud worden. Hoe ze, bang dat dat straks niet meer kon, nog snel de wereld over reisde. Maar ook dat ze lichamelijk minder werd. Ze kon niet meer zo snel lopen, fietsen en zwemmen als vroeger en ze houdt de leuning vast als ze traploopt. Ze kookt graag voor anderen maar etentjes organiseren zoals vroeger, doet ze niet meer. ‘s Avonds uitgaan is prima maar ze kan echt uitkijken naar een avond alleen thuis.
Brody citeert het boek 70 kaarsjes van Jane Giddan en Ellen Cole die daarvoor spraken met een grote groep vrouwen van boven de zeventig. De belangrijkste issues die deze vrouwen noemen zijn het met pensioen gaan, oud worden, verandering in je lijf, hoe te wonen, sociale contacten, grootouder zijn, en verlies en dood. Ze merkten dat veel vrouwen voordat het zover was, bang waren voor de periode na hun pensioen. En als het zover was, stortten ze zich vaak te snel in allerlei cursussen en vrijwilligerswerk. Je kan beter eerst even de tijd nemen om te bekijken wat je echt leuk en interessant vindt, merkten de schrijfsters.
Moeilijk is het wennen aan de fysieke veranderingen. Kleinkinderen geven veel plezier maar zijn vaak ook uitputtend en nadat ze zijn opgehaald doet menig grootouder een slaapje. Veranderingen om vallen en breuken te voorkomen zijn heel nuttig: beter licht, hoorapparaten, wandelstokken en overal briefjes neerleggen. Iedere oudere heeft last van pijntjes; wie daar geen last van heeft is dood. Belangrijk zijn sociale contacten speciaal met andere vrouwen. Alle vrouwen die de twee auteurs spraken zeiden dat vriendinnen hun grootste bron van steun en toeverlaat waren. Maar het belangrijkste is positief denken. Vrouwen met een positieve kijk op oud worden, leven gemiddeld 7,5 jaar langer.